dinsdag 11 februari 2014

Balansverslag

1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Naar mijn mening is ‘Een schitterend gebrek’ een heel mooi boek. Ik denk dat dit komt omdat ik de hoofdpersoon genaamd ‘Lucia’ heel erg interessant vind. Ik vind haar niet alleen interessant, ik vind haar prachtig!  En ontzettend moedig en sterk.  
De titel die het boek draagt vind ik ook erg mooi. Waarom dit boek deze titel draagt wordt in het begin al snel duidelijk; Giacomo en Francesco komen naar het landhuis van de gravin voor het grote bruiloftsfeest. Ze worden ontvangen door de 14-jarige Lucia.

“Die Lucia is volmaakt!”
“Dat zou je denken,” Giacomo klonk plotseling bedrukt. “Ze heeft alleen één ernstige tekortkoming.”
“Welke dan?”
“Zij is te jong.”
Hij meende het, maar zijn broer moest lachen: “Wat een schitterend gebrek!”

Daarnaast vind ik ‘Bezonken rood’ een prachtig, verschrikkelijk en aangrijpend boek. Het is een boek dat je echt even moet verwerken nadat je het gelezen hebt, doordat je de gebeurtenissen die de hoofdpersoon in het kamp heeft meegemaakt zo gedetailleerd meekrijgt door de schrijfstijl. De intentie van de schrijver is wel geweest om met de wereld te delen wat er is gebeurd in de jappenkampen en ook wel voor het verwerken van zijn eigen verdriet, hij zegt ook 'een schrijver beleefd zijn verhaal twee keer, de eerste keer als hij het zelf meemaakt in het kamp en de tweede keer als hij het opschrijft.'  Daarnaast zegt hij ook dat je geen goede schrijver kunt zijn als je niks hebt meegemaakt, er bestaan geen saaie schrijvers. 

2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen? 
Waar ik onze literatuurlessen erg dankbaar voor ben is dat ik de verschillende stromingen in de literatuur heb leren kennen. Dit vind ik toch wel erg interessant om te weten, omdat je zo de dieperliggende gedachtes of een boodschap makkelijker uit een boek kunt halen. En eigenlijk stel ik mezelf altijd de vraag na het lezen van een boek of het kijken van een film: Wat wil de schrijver/regisseur mij hier mee vertellen? Wat is de boodschap? Daarnaast vind ik dit ook een onderdeel van je algemene ontwikkeling.

3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weestand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Max Havelaar, of de koffi-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy de roman van Multatuli (Eduard Douwes Dekker) vind ik persoonlijk een verschrikkelijk saai boek. Het oude taalgebruik is vreselijk. Het moeten lezen van dit boek riep bij mij echt weerstand op, wat een ellende. Dit komt eigenlijk alleen maar door het oude taalgebruik en omdat het tempo zo langzaam ligt. Het verhaal zelf is best een mooi verhaal. Ik denk dat het komt omdat dit boek gepubliceerd is in 1860, het lezen van dit boek was dus zeker niet uit vrije wil. 

4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Mijn visie op het lezen van literatuur is niet veranderd. Voordat ik aan het samenstellen van mijn lijst begon en tijdens het lezen van mijn lijst was ik wel van mening dat ik dit een van de leukere dingen aan het behalen van mijn gymnasium diploma vond. Ik heb de meeste boeken ook met plezier gelezen en ik heb mezelf voorgenomen ook zeker Nederlandse literatuur te blijven lezen in de komende jaren.

De wijze waarop ik moeilijke literatuur ben gaan beoordelen in wel veranderd.
Vroeger koos ik vaak snellere  boeken met makkelijker taalgebruik. Ik merk wel dat ik door de jaren heen een moeilijker en langzamer boek meer ben gaan waarderen. Dit kon ook niet anders, ik moest wel. Er blijven natuurlijk ook uitzonderingen bestaan zoals ik hierboven bij vraag 3 al beschreven heb.

5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Persoonlijk ben ik tevreden over de manier waarop ik het lezen van mijn literatuurlijst heb aangepakt in de voorbijgaande jaren. Ik ben alleen niet helemaal tevreden met de samenstelling van mijn lijst, ik denk dat mijn leesniveau best hoog ligt. En ik heb niet het gevoel dat ik mijn grens met betrekking tot het niveau van de boeken tot het uiterste heb verlengd. Daarbij komt het gegeven dat ‘de wetenschap’ filosofie mij heel erg trekt en daarom had ik nog wel wat moeilijkere filosofischere boeken willen lezen. Gelukkig heb ik nog een heel leven voor me, waarin ik hier hopelijk de kans voor krijg. 

6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Tijdens het lezen van literatuur heb ik wel bepaalde inzichten gekregen, ik denk dat ook zeker literatuur in het vervolg te blijven lezen zoals ik ook al eerder heb aangegeven.

7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
De afgelopen jaren mistte ik de aandacht van de literatuurdocenten voor het samenstellen van de literatuurlijst. Ik denk dat leerlingen soms helemaal geen idee hebben uit het tal van mogelijkheden waar ze uit kunnen kiezen. Ik merk wel dat er bepaalde titels jaar in jaar uit door een groot aantal leerlingen gelezen worden. Maar aan de onlangs verschenen Nederlandse Literatuur wordt nauwelijks aandacht besteedt. Ook heb ik een aantal keer gevraagd naar eventuele wat moeilijkere filosofischere boeken, maar hier tot op heden nog niet echt een concreet antwoord op gekregen. Ik heb het idee dat ik veel mooie boeken gemist heb bij het samenstellen van mijn lijst doordat ik onvoldoende kennis van zaken had. Ik vind het de taak van de literatuurdocent om hier in het vervolg wat mee te doen.


Roos.


vrijdag 7 februari 2014

Literatuur Lijst Nederlands

Stromingsboeken:
Middeleeuwen
Auteur: Onbekend
Vertaler: H. AdemaTitel: Mariken van Nieumeghen, vijfde druk, 1993Oorspronkelijke titel: ‘Die waerachtige ende seer wonderlycke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven jaren met den duvel woonde ende verkeerde.’Verschenen in: 16e eeuwAantal blz.: 63Leestijd: 1 uur

Verlichting
Auteur: J.A. Schasz, pseudoniem voor Gerrit Paape
Titel: ‘Reis door het Apenland’ in: Imaginaire reizen, ingeleid en bewerkt door Leonard de Vries, Agathon, Houten, 1988, (1e druk 1788).Genre: Satirisch kluchtspel


Renaissance
Auteur: G.A Bredero Titel De klucht van de molenaar
Verschenen in 1975
Duur van toneelstuk 1 uur
Datum 15 oktober


RomantiekMultatuli, Max Havelaar of De Koffijveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij, 1860,  Uitgever De Ruyter, Amsterdam, aantal pagina’s verschilt per druk 300 tot 500.


1880-1940
Louis Couperus, Eline Vere, 1889, Van Kampen, Amsterdam, aantal pagina’s 579.
1950-1980
Willem Frederik Hermans, De donkere kamer van Damokles, uitgeverij G.A. van Oorschot, 1958, aantal pagina’s 335. 

Moderne literatuur:

Jeroen Brouwers, Bezonken rood, november 1981, De Arbeiderspers, Amsterdam, aantal pagina’s 129

Arthur Japin, Een schitterend gebrek, 2003, De Arbeiderspers, Amsterdam, aantal pagina’s 239

Robert Vuijsje, Alleen maar nette mensen, 6 maart 2008, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, aantal pagina’s 286.

Herman Koch, Het diner, januari 2009, Anthos, Amsterdam, aantal pagina’s 301

Annejet van der Zijl, Sonny Boy, november 2004, Nijgh & van Ditmar, Amsterdam, aantal pagina’s 235.

Jan Wolkers, Turks fruit, 1969, J.M Meulenhoff, aantal pagina’s 192.

Arnon Grunenberg, Huid en Haar, 2010, 
Nijgh & van Ditmar, Amsterdam, aantal pagina’s 523. 



dinsdag 31 december 2013

Boekverslag 'Feest van het begin'

Feest van het Begin


Auteur: Joke van Leeuwen 
Jaar eerste uitgave: 2012Uitgeverij: Querido’s Uitgeverij, Amsterdam aantal pagina’s 248
Motto 
Wees gelukkig, want jullie zijn niet schuldig!
Restif de la Bretonne
Titelverklaring 
Berthe en Catho hopen elkaar nog eens te zien nadat ze elkaar verlaten hebben in het hospice. In de loop der jaren hebben ze allerlei spullen voor elkaar verzameld die ze aan elkaar kunnen geven als ze elkaar eindelijk eens een keer zien. De voorbereiding van deze ontmoeting is eigenlijk het feest van het begin: nadat ze elkaar eindelijk weer eens gezien hebben kan een nieuw leven voor allebei beginnen. Ze kunnen weer hun vriendschap op gaan bouwen en samen verder gaan met leven.
Structuur & perspectief 
Het verhaal eindigt met een open einde. Berthe en Catho hopen elkaar nog eens tegen te komen, maar niemand weet of ze elkaar werkelijk nog tegen gaan komen. Als lezer zijnde weet je dus niet hoe het verhaal precies afloopt.
Dit boek is winnaar van de AKO-literatuurprijs. De AKO Literatuurprijs is de bekroning voor het beste Nederlandstalige literaire boek – in de categorieën fictie en non-fictie.

Slotzin 
Dat denkt ze, maar ze denkt het voorzichtig, alsof de gedachte breken kan zodra ze haar hoofd schudt.

Het motto luidt als volgt:


Restif de la Bretonne is een schrijver die boeken en werken uitgebracht heeft. Deze quote van hem slaat op het feit dat twee personages uit dit verhaal, Berthe en Catho, gelukkig moeten zijn. Allebei zijn ze wees en hebben ze een ander leven dan leeftijdsgenoten. Ze moeten gelukkig zijn, hun eigen leven leiden en zich niet schuldig voelen tegenover de rest.
De titel ‘ feest van het begin’ is niet heel eenvoudig uit te leggen. Het is voor de lezer in de eerste instantie ook niet gelijk duidelijk waar de titel nou precies op slaat.
Aan het einde van het boek wordt dit dan ook in de laatste alinea gezegd: ‘Ze haalt het landschapje van de wand en hangt de beeltenis op, als voorbode van de echte Catho, die ze wil vinden, omdat er dan weer iets kan beginnen. Dat denkt ze, maar ze denkt het voorzichtig, alsof de gedachte breken kan zodra ze haar hoofd schudt.’
Het verhaal is in een personaal perspectief verteld. Dit wordt ook wel de alwetende verteller genoemd. 
Het verhaal begint met een informatieve opening. De personages en gebruikte ruimtes worden als eerste geïntroduceerd, zodat de lezer daar kennis mee kan maken.
Het verhaal is opgedeeld in hoofdstukken die te herkennen zijn aan een cijfer. In totaal heeft dit boek 33 hoofdstukken.
Waar het verhaal zich precies afspeelt is niet duidelijk.
Daarnaast is er in het verhaal ook geen gebruik gemaakt van een belangenruimte.
Het verhaal speelt zich af tijdens de Franse Revolutie rond het jaartal 1800. Het verhaal speelt zich over een aantal jaren af.
De manier waarop Joke van Leeuwen dingen op papier zet is bijzonder en weinig schrijvers weten te schrijven op de manier waarop Joke van Leeuwen schrijft. Ze weet alles zachtaardig op papier te zetten, waardoor het verhaal heel zacht overkomt bij de lezer. Dit maakt echter dat de schrijfstijl ook makkelijk is om te lezen. Daarnaast wordt er geen gebruik gemaakt van moeilijke zinsconstructies.
Ook wordt er in dit verhaal geen gebruik gemaakt van ontzettend veel details. Hierdoor loopt de lezer geen leesvertraging op.
Catho, een meisje dat ergens op straat gevonden is, wordt door andere mensen naar een hospice gebracht. Het is onbekend waar Catho vandaan komt en dit blijft dan ook voor iedereen onduidelijk. In het hospice, waar het leven voornamelijk draait om God, leert Catho een ander meisje kennen. Met dit meisje, Berthe, bouwt ze al snel een bijzondere vriendschap op. Allebei helpen ze elkaar zo goed mogelijk en proberen ze elkaar zoveel mogelijk te leren.
Zo leert Berthe Catho lezen en schrijven. Catho heeft nooit leren lezen en schrijven, waardoor het leven voor haar een stuk minder eenvoudig is. Catho is daarentegen fysiek weer erg sterk en leert Berthe allerlei fysieke dingen doen zoals de handstand. Samen hebben ze ondanks de strengheid in het hospice een ontzettend leuke tijd. Catho vindt het dan ook verschrikkelijk als ze te horen krijgt dat Berthe op zichzelf gaat wonen en het  hospice zal moeten gaan verlaten.
Ik weet eerlijk gezegd niet echt wat ik van dit boek moet vinden. Het boek is de winnaar van de AKO-literatuurprijs en ik moet zeggen dat ik niet weet waarom precies. Het verhaal is heel onduidelijk omdat personages niet bij hun eigen naam genoemd worden. Dit levert ontzettend veel verwarring op, omdat de lezer niet weet met welke personages hij nou te maken heeft.
Daarentegen is het boek wel weer mooi opgezet. Het verhaal is een soort historisch verhaal, terwijl het helemaal geen stoffig boek om te lezen is. De schrijfster van dit boek, Joke van Leeuwen, heeft het verhaal op een mooie manier opgezet.
Al met al vond ik het geen topper om te lezen. Het verhaal was leuk om te lezen, maar ik heb wel eens leukere boeken gelezen. Als je van geschiedenis houdt is dit boek het zeker waard om te lezen. Hou je niet van geschiedenis, dan kan je dit boek misschien beter laten liggen.

Leesverslag bij stromingsboek 'Eline Vere' Klas 6

Louis Couperus - Eline Vere

Een Haagse roman
Van Kampen, Amsterdam (1889)

Titelverklaring:
Eline Vere is de hoofdpersoon in het verhaal. De ondertitel ‘Een Haagse roman’ verwijst naar de plaats waar de meeste handelingen plaatsvinden.

De auteur:
Louis Maria Anne Couperus wordt geboren op 10 juni 1863 in Den Haag. Hij brengt een deel van zijn jeugd op Java door. In 1878 keert het gezin terug naar Nederland. Couperus volgt het HBS in Den Haag, maar heeft daar geen succes. Hij besluit Nederlands te gaan studeren en behaalt in 1886 de akte Nederlands MO. Zijn debuut als dichter maakt hij in De Gids, waar hij zelfs korte tijd redacteur van is. In 1889 schrijft hij de succesvolle roman Eline Vere (verfilmd in 1991) en in 1891 trouwt hij met zijn nicht Elisabeth Baud. Van 1893 tot 1914 verblijven zij veel in het buitenland, voornamelijk in Italië en Frankrijk. In die periode schrijft hij o.a. de psychologisch-realistische roman Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan (1906). Hij werkt enige tijd als journalist bij Het Vaderland en de Haagsche Post. Zijn totale oeuvre bevat romans, verhalen, essays en sprookjes. Ondanks de grote publieke belangstelling voor zijn werk, blijft de erkenning vele jaren uit. Zijn sexuele geaardheid, dandyisme en praalzieke leefstijl worden niet gewaardeerd. In 1923 ontvangt hij de Tollensprijs voor zijn totale oeuvre en in datzelfde jaar overlijdt hij. Na zijn overlijden komen de prozawerken Het snoer der ontferming en Japansche legenden (1924) en Nippon (1925) uit. Pas in de jaren dertig en veertig worden zijn veelzijdige gaven alom gewaardeerd. In de jaren 1952-1957 verschijnen zijn Verzamelde Werken, gevolgd door de gedichtenbundel Nagelaten werk (1976).

Literaire stroming:
De invloed van het milieu en de afkomst, bepaald door geboorte, speelt een grote rol in het leven van de verhaalfiguren. Eline Vere kan daarmee worden gerekend tot het Naturalisme.

Genre:
Psychologische roman.

Samenvatting:
Meneer Verstraeten viert zijn verjaardag. Hij heeft veel goede kennissen uitgenodigd, waaronder de familie Van Raat en familie De Woude van Bergh. De 23-jarige Eline Vere laat verstek gaan. Ze voelt zich lusteloos, maar haar zus Betsy en zwager Henk van Raat zijn wel van de partij. Tijdens het feestje worden een drietal tableaux vivants vertoond, waarin o.a. Frédérique - Freddy - van Erlevoort een rol speelt. De avond wordt afgesloten met een souper. Bij thuiskomst treffen Betsy en Henk Eline aan, die nog niet is gaan slapen. Betsy heeft geen zin om met haar te praten, maar Eline stort haar hart uit bij Henk. Ze zou het liefst sterven, haar leven heeft toch geen nut. Henk weet haar te bedaren en vrolijkt haar weer op. Een paar dagen later gaat Eline alsnog bij dhr. Verstraeten langs om hem te feliciteren. Eline ziet hoe de fotograaf opnamen maakt van de tableaux. Vergeleken met de andere meisjes voelt Eline zich al oud.
Betsy organiseert een intiem diner, waarvoor de familie De Woude van Bergh en de familie Ferelijn, uitgenodigd zijn. Jeanne Ferelijn is een vroegere schoolvriendin van Betsy en Eline, maar het verschil tussen hen is groter geworden. De familie Ferelijn is een eenvoudige ambtenarenfamilie met drie kinderen. Ze bewonen een bovenhuis in Den Haag. Jeanne voelt zich niet thuis bij de familie Van Raat. Ze vindt dat Eline veranderd is en ook Betsy’s laatdunkende toon irriteert haar. Eigenlijk heeft ze er spijt van dat haar man, Frans, de uitnodiging aangenomen heeft. Als de familie Ferelijn naar huis is, gaan Eline en Betsy met broer en zus De Woude van Bergh naar de Franse opera ‘Le Tribut de Zamora’. In de opera treedt de nieuwe bariton Théo Fabrice op. Eline is zeer van hem onder de indruk en bewondert zijn stem. Tijdens de pauze duikt plotseling neef Vincent Vere op. Ze hebben hem al lange tijd niet meer gezien, omdat hij altijd voor zaken op reis is. Vincent vindt Fabrice maar ‘een lelijke, dikke baas.’.
Mevrouw Van Raat komt langs om thee te drinken. Eline en Paul van Raat zingen duo’s uit ‘Une Nuit à Venise’ en ‘Roméo et Juliette’. In gedachten is Eline steeds bij Fabrice. Ze leest diverse positieve recensies over zijn optreden. Op sinterklaasavond is de familie Van Raat en Verstraeten uitgenodigd bij de Van Erlevoorts. Eline krijgt een prachtig cadeau: een waaier, beschilderd door Bucchi. Freddy van Erlevoort weet dat het geschenk van haar broer Otto is, maar verzwijgt dit feit. Eline is er echter van overtuigd dat ze hem van Fabrice heeft gekregen. In de periode die daarop volgt, koopt Eline foto’s van Fabrice en legt ze een heel album over hem aan. Ze gaat ’s morgens wandelen in de hoop dat ze hem tegenkomt. In de opera zit ze vooraan, omdat ze het gevoel heeft dat hij speciaal voor haar zingt. Na een boswandeling met de honden van Henk en Betsy, krijgt Eline grote ruzie met Betsy. Ze heeft, tegen de afspraak in, de honden naar huis meegenomen. Ze spreken een week lang niet meer met elkaar.
Eind januari is Eline jarig. Henk brengt het cadeau naar Eline’s kamer, omdat ze weigert beneden te komen. Later laat Eline zich toch nog even zien. Het komt tot een formele verzoening tussen Eline en Betsy, maar de spanningen blijven. Ook Vincent komt op verjaardagsvisite. Eline heeft veel sympathie voor Vincent, omdat er een treffende gelijkenis is met haar overleden vader. Vincent vertelt haar over zijn Amerikaanse vriend, die voor hem een baan zoekt. Eline geeft aan dat ze zelf ook wel weg zou willen uit Den Haag.
Lili Verstraeten krijgt bezoek van Georges de Woude van Bergh. Ze ontvangt hem koel, maar is verward over haar gevoelens voor hem. Georges bespreekt met zijn zus Emilie de financiële consequenties van een eventueel huwelijk met Lili.
Eline bezoekt opnieuw het optreden van Fabrice in het concert ‘Diligentia’. De operazanger treedt ditmaal op als een ‘dikke timmerman in rok’. Eline’s liefde voor hem is als sneeuw voor de zon verdwenen. Als ze thuis komt verbrandt ze haar album met zijn foto’s, die ze drie maanden lang koesterde.
In het voorjaar maakt Otto Eline het hof. Iedereen praat erover en verwacht binnenkort hun verlovingsaankondiging. Freddy is niet gelukkig met de partnerkeuze van haar broer. Ze vindt Eline een ‘stuk onnatuur’. Eline twijfelt over Otto’s huwelijksaanzoek. Nooit had Otto’s beeld haar gedachten ook maar een ogenblik vervuld. Ze besluit een partijtje te organiseren en Otto uit te nodigen. De overige gasten wachten de hele avond op de grote mededeling, maar deze blijft uit. Als alle gasten weer naar huis zijn, valt Eline huilend in Henks armen. Ze is verward en weet niet wat ze moet doen. Uiteindelijk accepteert ze Otto’s aanzoek. Otto wil juist naar huis gaan, als Eline haar instemming geeft. De verloving is daarmee een feit. Freddy uit haar gevoelens over Eline bij de zusjes Verstraeten. Ze had haar broer nog zo gewaarschuwd voor Eline. Het verliefde paar trekt er regelmatig op uit om te wandelen op het Scheveningse strand. Ook Georges en Lili zijn er vaak te vinden. Eline wordt door de familie Van Erlevoort uitgenodigd, om de zomer door te brengen op hun landgoed De Horze in Gelderland. Betsy vraagt Vincent om te blijven logeren, gedurende de periode dat Eline weg is. Eigenlijk mag ze hem niet, want hij is haar absolute tegenpool.
Eline voelt zich erg gelukkig op De Horze. Ze kan geheel zichzelf zijn en Otto’s liefde geeft haar vleugels. Ze krijgt een compleet andere kijk op de wereld, dan die ze kent uit de vele romannetjes. Eline is lief en aardig voor alle familieleden en uiteindelijk weet ze zelfs Freddy’s sympathie voor haar te winnen. Desondanks voelt Eline grote angst; haar geluk is bijna volmaakt.
In september keert Eline weer terug naar haar familie in Den Haag. Vincent is van mening dat de mens geen vrije wil heeft en afhankelijk is van het noodlot. In eerste instantie bestrijdt Eline zijn mening, maar als snel slaat de twijfel weer toe. Eline is bang dat haar relatie met Otto ook bepaald is door omgeving en omstandigheden. Plotseling valt Vincent flauw. De dokter adviseert hem rust te nemen en het bed te houden. Eline is bang dat Vincent heimelijk verliefd op haar is en besluit hem te verzorgen. Enkele dagen later ontvangt Vincent een brief van zijn Amerikaanse vriend Lawrence St. Clare. Hij schrijft dat hij in New York een betrekking voor hem heeft gevonden. Betsy en Otto geven te kennen, dat ze blij zijn dat Vincent weer vertrekt. Eline heeft Otto steeds verdedigd, maar valt nu zelfs ook tegen hem uit. Henk dwingt Eline haar excuses te maken, maar de breuk blijft aanwezig. Eline voelt zich verward over haar gevoelens voor Otto en Vincent. Ze schrijft Otto een brief waarin ze de verloving verbreekt. Otto beseft dat Eline nooit werkelijk van hem gehouden heeft en vindt steun bij zijn familie.
Betsy heeft genoeg van Vincent. Ze vindt haar neef een klaploper en een nietsnut. Na een knallende ruzie, besluit Vincent te vertrekken. Hij neemt afscheid van Eline, die niet begrijpt waarom hij niet op haar avances in gaat. Tijdens een diner uit Eline haar woede over Vincents vertrek en Betsy’s rol in die kwestie. Thuisgekomen wordt de discussie voortgezet en rent Eline het huis uit. Ze zoekt steun bij de familie Ferelijn, waar ze ruim een maand verblijft. Eline’s gezondheid is sterk achteruit gegaan, maar ze herstelt goed. Betsy schakelt de hulp in van oom Daniël Vere en zijn vrouw Elise. Ze nemen Eline mee om te gaan reizen, zodat ze tot rust kan komen.
Gedurende de anderhalf jaar dat Eline weg is, gebeurt er veel. Georges en Lili trouwen. Marie Verstraeten is verliefd geworden op Otto van Erlevoort. Als Eline terugkeert naar Den Haag, trekt ze in bij mevrouw Van Raat. De lieve vrouw heeft een kamer ingericht, met al haar persoonlijke spulletjes. Eline is gelukkig, omdat ze nu bij mensen is die ècht van haar houden. Lichamelijk gaat het echter slecht met haar. Ze hoest veel, kan niet meer zingen en heeft last van hallucinaties. De dokter stelt vast dat Eline last heeft van longtering, als gevolg van een verwaarloosde kou. Ook ziet hij dat Eline iets heeft wat hij het noodlot van haar familie noemt. Hij adviseert haar veel rust te nemen. Eline probeert wat afleiding te zoeken. Ze wijdt zich aan liefdadigheid en religie, maar kan daarin ook geen levensdoel vinden. Eline vindt dat ze niet voldoende rust vindt bij mevrouw Van Raat en ze besluit weer naar haar oom en tante in Brussel te gaan.
Ook haar verblijf in Brussel is niet wat Eline ervan verwacht had. Ze voelt zich niet thuis bij de levensstijl van oom Daniël en tante Elise. Plotseling komen Vincent en Lawrence St. Clare op bezoek in Brussel. St. Clare heeft belangstelling voor Eline en is van mening dat zij in Brussel niet op haar plaats is. Eline is onder de indruk van zijn onafhankelijkheid, rust en wilskracht. Na een paar dagen kondigen Vincent en St. Clare hun vertrek naar Rusland aan. St. Clare doet Eline een huwelijksaanzoek, maar Eline durft niet direct antwoord te geven. Ze belooft hem meer duidelijkheid als hij over vijf maanden terug komt.
Mevrouw van Raat zorgt ervoor dat haar zoon Paul en Freddy van Erlevoort weer bij elkaar komen. Frédérique had hem trots afgewezen toen hij haar plotseling kuste. Later kreeg ze hier spijt van.
Eline besluit weer terug te gaan naar Den Haag. Haar zus Betsy heeft inmiddels een pensionkamer voor haar gevonden, waar ze kan wonen. Eline krijgt daar de kans om rustig na te denken over haar leven. Ze wordt depressief en denkt aan zelfmoord. Haar hysterieaanvallen worden onderdrukt door morfine. Ze ziet geen verschil meer tussen waarheid en fantasie. Ook is ze van mening dat niet zij, maar Otto trouweloos is geweest. In een vlaag van waanzin neemt ze een teveel aan morfine, waardoor ze voorgoed inslaapt.
Na haar dood trouwen Paul en Freddy. Paul krijgt tevens een aanstelling als burgemeester in Heibeek. Marie trouwt met Otto van Erlevoort, die eindelijk zijn verdriet om Eline heeft overwonnen.

Tijd en tijdvolgorde:
Het verhaal speelt zich af aan het einde van de negentiende eeuw. De totale vertelde tijd is ongeveer 4 ½ jaar. De gebeurtenissen worden in chronologische volgorde verteld, afgewisseld door flash-forwards (sprongen van 1 en 1 ½ jaar) en enkele flash-backs.

Plaats/ruimte:
Het merendeel van de gebeurtenissen vindt plaats in Den Haag. Verder speelt het landgoed van Théodore van Erlevoort (‘De Horze’) in Gelderland een grote rol. Eline verblijft ook enige tijd bij haar oom in Brussel.

Karakterbeschrijving en -ontwikkeling:
Eline Vere:
Eline is een jonge vrouw van 23 jaar met talenkennis en zangtalent. Ze is fortuinrijk en zeer innemend. Je zou denken dat ze tevreden en gelukkig is, maar het tegendeel is waar. Eline vertoont veel karakterovereenkomsten met haar vader. Ze heeft een zwakke wil, is besluiteloos en leest alleen maar romannetjes. Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar. Hierdoor wordt haar beeld van het echte leven vetroebeld. Ze adoreert de operazanger Fabrice, maar de ontgoocheling volgt al snel. Ze verlooft zich met Otto, maar verbreekt de verloving na een ruzie. Als St. Clare haar ten huwelijk vraagt, wil ze hem pas na vijf maanden uitsluitsel geven. Lichamelijk en geestelijk gaat het dan snel bergafwaarts met haar. In een dwaze en depressieve bui neemt Eline een overdosis morfine, waarna ze sterft. Eline is een rond karakter.
Betsy Vere:
Betsy is de oudere zus van Eline. Ze is getrouwd met Henk van Raat en is in alles de tegenpool van Eline. Ze is stevig gebouwd, egoïstisch en zelfbewust. Betsy is een vlak karakter.
Henk van Raat:
Henk is getrouwd met Betsy. Hij is een rustige man met weinig karakter. Eigenlijk is het een goede sul. Zijn moeder had graag gezien dat hij met Eline getrouwd was. Henk is een vlak karakter.
Vincent Vere:
Vincent is de neef van Eline. Hij lijkt sterk op Eline’s vader en Eline bewondert hem. Vincent is van mening dat de mens afhankelijk is van het noodlot en geen eigen wil heeft. Vincent is een vlak karakter.

Onderlinge relaties:
Eline Vere is de hoofdpersoon in deze roman van Couperus. Zij woont bij haar zus Betsy en zwager Henk van Raat. Eline adoreert de operazanger Fabrice, maar na enkele maanden keert ze terug naar de realiteit. Ze wordt ten huwelijk gevraagd door Otto van Eerlevoort, maar na een fikse ruzie verbreekt ze de verloving. Vincent Vere is de neef van Eline en Betsy. Hij heeft een goede vriend in New York, genaamd Lawrence St. Clare. Deze St. Clare vraagt Eline ten huwelijk. Na Eline’s overlijden trouwt Otto met Marie Verstraeten, een nichtje van Henk. Paul van Raat, Henks broer, trouwt met Otto’s zus Frédérique.

Thematiek:
Noodlot:
Dit is het hoofdthema in Eline Vere. Volgens Vincent Vere heeft de mens geen eigen wil en is zijn toekomst bepaald door het noodlot. De angst voor het noodlot treft Eline. Ze is bang dat haar huwelijk met Otto alleen maar bepaald is door erfelijke factoren en omstandigheden.
Milieu:
Het thema milieu hangt nauw samen het hoofdthema noodlot. Alle verhaalfiguren zijn gevormd door hun afkomst. Eline is van gegoede familie en heeft een eigen kapitaal. Ondanks haar afkomst, kan ze zich niet thuis voelen in het Haagse milieu van partijtjes, opera en tableaux vivants. De ‘armere’ familie Ferelijn leeft eenvoudig. Jeanne Ferelijn vindt zelfs dat haar vroegere schoolvriendinnen Eline en Betsy erg veranderd zijn.

Motto:
Geen.

Taalgebruik:
Het boek is geschreven aan het einde van de negentiende eeuw. Het taalgebruik is dan ook oud-Nederlands. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de volgende zinssneden:
‘den droom’
‘waarlijk’
‘groote bladen’

Opdracht:
Het boek is opgedragen aan ‘mijn vriend Gerrit Jäger’.

Vertelsituatie:
Couperus maakt in deze roman afwisselend gebruik van de auctoriale vertelinstantie en de personale vertelsituatie. Het perspectief ligt wisselend bij verschillende verhaalfiguren.

Perspectief:
Hij-perspectief.

Verhaalopbouw:
De roman is opgebouwd uit 36 genummerde hoofdstukken.

Leesverslag bij stromingsboek 'De Donkere Kamer van Damokles' Klas 6

W.F. Hermans, De Donkere Kamer van Damokles
1e druk: 1958
Amsterdam, G.A. van Oorschot
335 bladzijden

Genre: Het boek is een psychologische roman of oorlogsroman

Samenvatting
Henri Osewoudt gaat op 12-jarige leeftijd naar zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Dit doet hij nadat zijn moeder in een vlaag van waanzin zijn vader, die in Voorschoten een sigarenwinkel had, vermoord heeft. Hij volgt een middelbare-schoolopleiding, maar heeft met niemand contact, behalve met zijn nicht Ria, die 7 jaar ouder is. Beiden zijn lelijk. Henri heeft bolle wangen, wit zijdeachtig kortgeknipt haar, geen baardgroei, en, vanwege de judosport vergroeide voeten: hij ziet eruit als een rechtopstaande pad. Bovendien heeft hij een te hoge stem. Ria's haar heeft de kleur van pakpapier en ze heeft een zeer spitse onderkaak en te lange tanden. Op 18-jarige leeftijd trouwen ze. Henri zet de zaak van zijn vader voort. Zijn moeder woont bij hen in, en Moorlag, die staatsexamen wil doen, heeft ook een kamer bij hen.

Henri wordt afgekeurd voor militaire dienst, omdat hij een halve centimeter te klein is. Wel is hij bij de Burgerwacht en bij het uitbreken van de oorlog krijgt hij de opdracht bij het postkantoor op wacht te staan. Hij komt in contact met een luitenant van de landmacht, die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt als twee druppels water op Henri, met dat verschil, dat hij het 'geslaagde exemplaar' is, en de eigenschappen bezit, die Henri graag had willen hebben. Van Dorbeck krijgt Henri een filmpje, dat ontwikkeld moet worden. Na de capitulatie geeft Henri D. een kostuum te leen, en begraaft hij D's uniform in zijn tuin. D. brengt later het kostuum terug en geeft Henri nog enkele films. Deze moeten ontwikkeld worden en dan naar E.Jagtman, Legmeerplein 25-111 in A'dam-West worden opgestuurd. Als de films zijn ontwikkeld, staan er alleen zwarte vlekken op, zodat Henri ze niet durft op te sturen. In plaats daarvan koopt hij een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten.

Via opdrachten van D. raakt Henri bij het verzet betrokken. Hij moet bijv. samen met ene Zewuster in de Kleine Houtstraat in Haarlem twee mannen neerschieten. Daarbij wordt hij gevolgd door de zoon van de drogist in Voorschoten, en verraden. Als Henri het filmpje ontwikkelt, dat D. hem in de meidagen van '40 gaf, staat op één van de foto's D. met twee vriendinnetjes voor het huis in de Kl. Houtstraat. De hele familie Jagtman komt om het leven als een brandend vliegtuig op hun huis neerstort.

Henri krijgt dan in '44, nadat hij drie jaar niets van D. heeft gehoord, een brief met het verzoek de foto's te zenden naar Postbus 234 in Den Haag. Hij gaat kijken wie de brief ophaalt: het blijkt een heilsoldate te zijn. Enkele dagen later wordt hij opgebeld door ene Elly Spenkelbach Meijer. Zij zegt dat ze uit Engeland komt en toont hem later een van de foto's, die hij aan D. heeft gestuurd. Hij brengt haar dan naar oom Bart, maar als hij in Voorschoten terugkomt, hoort hij van Moorlag, dat de Duitsers hem hebben opgewacht en zijn moeder en Ria opgepakt zijn. In Leiden krijgt hij een nieuw persoonsbewijs dat op naam van Filip van Druten staat.

Hij wordt verliefd op het meisje Marianne Sondaar (de ondergedoken joodse studente Mirjam Zettenbaum), dat zijn haren zwart verft. Zelf duikt hij onder aan de Zoeterwoudse singel, en gaat foto's ontwikkelen voor Labare. Hij beseft hoezeer hij veranderd is, en vindt, dat D. 'een ander mens' van hem heeft gemaakt. Hij ontmoet Marianne opnieuw, die voor hem de valse papieren naar Elly wil brengen. Zij blijkt echter al verdwenen.

Hij krijgt een nieuwe opdracht van D.: hij moet in de stationswachtkamer van Amersfoort een vrouw in leidsteruniform van de Nat. Jeugdstorm ontmoeten. Samen gaan ze naar Lunteren om de Gestapoman Lagendaal uit de weg te ruimen. De vrouw wordt later in de trein aangehouden; Henri wordt gearresteerd als hij met Marianne in de bioscoop zit en op het doek een oproep tot zijn aanhouding verschijnt. Hij wordt gemarteld, opgenomen in een ziekenhuis, en weer bevrijd. Als hij bij Labare Marianne opnieuw ontmoet, toont hij haar zijn gevoelens over D. en zichzelf: "Ik heb nooit geweten, dat ik het mislukte exemplaar was tot ik D. ontmoette." Hij vindt dat hij alleen bestaansrecht kan krijgen, als hij D's opdrachten uitvoert.

's Nachts wordt hij weer gearresteerd en later door Ebernuss bevrijd. Deze is op zoek naar Henri's dubbelganger D.. In een clandestiene sociëteit voor ondergrondse helden, denkt Henri D. te herkennen. Hij krijgt gif om Ebernuss te vermoorden, en daarna gaan ze er samen in Ebernuss' auto vandoor. In een leegstaand huis maakt Henri met de Leica van Ebernuss voor de spiegel een foto van D. en zichzelf. D. vertelt hem, dat Ria samenwoont met de verrader, de zoon van de drogist in Voorschoten. Henri krijgt een verpleegstersuniform om Marianne, die zwanger is, in de kraamkliniek te kunnen bezoeken. Als hij daar aankomt, krijgt hij het lijkje van zijn kind te zien, en loopt huilend weg. Hij vermoordt eerst Ria, daarna de Duitser, die hem een lift had gegeven, en vraagt dan een pastoor om hulp.

Met hulp van een illegale arts komt hij de grens tussen het bezette en het door de geallieerden bevrijde gebied over naar Breda. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Hij gaat dan weer naar Nederland, maar wordt ook daar niet vrijgelaten. Er wordt namelijk beweerd, dat in de Duitse stukken staat, dat hij een handlanger van de Duitsers is. Er is niemand die het tegendeel kan bewijzen. Dorbeck is onvindbaar, Jagtman en Moorlag zijn dood, Mirjam is in Israël. Als Henri het filmpje ontwikkelt, waarop hij samen met D. op de foto zou staan, blijkt deze foto mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten. 

Specifieke opdracht: verwerkingsvragen


Het boek ‘De Donkere Kamer van Damokles’ valt te noemen onder het existentialisme.


     a. Kenmerk stroming
     b. Voorbeeld uit boek
Het leven is zinloos en de mens moet proberen zoveel mogelijk nut te geven aan het leven.In het boek wordt dit gekenmerkt, doordat Osewoudt zichzelf en zijn bestaan zinloos vindt. Hij verandert door het boek heen van een zinloos persoon naar een persoon die iets betekent.

De personen in het verhaal zien zichzelf als het middelpunt.
Als de oorlog ten einde loopt, begint Ebermuss door te krijgen dat zijn baantje bij de vijand hem, nadat de oorlog afgelopen zou zijn, geen goed zou doen. Daarom wil hij stoppen met voor de vijand te werken en zich redden. Om dit te kunnen doen, wil hij dat Osewoudt Dorweck ertoe aanzet om een onderduikadres voor hem te regelen.
Extreme situaties die vragen oproepen bij de hoofdpersoon.
De oorlog is een extreme situatie die vragen oproept bij de hoofdpersoon. Osewoudt krijgt in het boek de keuze om of de Duitsers te helpen, zodat zijn vriendin niet in een concentratiekamp hoefde te blijven, of voor zijn vaderland te strijden, zodat zijn vrienden vrijheid zouden krijgen.
De mens heeft zijn eigen leven in handen.
Osewoudt merkt dat hij zijn leven in eigen handen heeft. Dit komt doordat hij eerst dacht dat hij nooit iets zou bereiken in het leven, omdat hij lelijk was en getrouwd met zijn lelijke oudere nicht. Bij het verzet ontdekt hij dat hij wel iets aan zijn leven kan veranderen. Ook ontdekt hij dat hij in aanraking met mooie dames kan komen.
Zoals je in het schema ziet, voldoet het boek aan bepaalde kenmerken van het existentialisme en daarom is het een goede exponent van de stroming.

Bronnen
http://www.scholieren.com/opstel/28491
http://www.scholieren.com/boekverslag/45656
http://nl.wikipedia.org/wiki/Existentialisme

woensdag 29 mei 2013

Literatuur

- Vind je de film een betrouwbare verfilming van het boek? Waarom?
- Vind je Max Havelaar in boek en film een echt romantisch personage? Waarom?
- Hoe wordt Droogstoppel volgens jou in de film gepresenteerd: aardiger of kwaadaardiger dan in het boek?
- Vind je dat de verfilming een geëngageerde film is geworden? Waarom?- Wat vind je beter: het boek of de verfilming? Waarom?

Ik vind persoonlijk dat de film een betrouwbare verfilming van het boek is. De personages zijn bijna hetzelfde en ook de idealen en problemen zijn identiek. Het verhaal van Adinda en Saïdjah is precies het zelfde verfilmd als het in het boek staat. Er zijn natuurlijk wel kleine verschillen tussen het film en het boek, zoals dat in het boek droogstoppel veel aan het woord is en hij in de film weinig voorkomt, maar dit doet niet af aan de betrouwbaarheid van het boek.

Zowel in het boek als in de film is Max Havelaar een romantisch persoon. Hij is zeer idealistisch door zijn fantasieën om de inlanders te verlossen van de slavernij en uitbuiting. Een kenmerk van de romantiek uit dit verhaal is dat Max Havelaar in opstand komt tegen het milieu waarin hij leeft. Iedereen vond de omgang met bewoners van Nederlands-Indië normaal, maar hij is er fel op tegen.

In het boek wordt Droogstoppel al in het eerste hoofdstuk beschreven als een gierige man. Hij is vol van zichzelf en erg egoïstisch. Ook wordt er gezegd dat hij geen fantasie of vrolijkheid bezit. Droogstoppel deinst voor weinig terug om geld te verdienen en zichzelf hoger op te werken. Multatuli scheldt Droogstoppel dan ook uit voor: ‘ellendig produkt van vuile geldzucht en Godslasterlijke femelarij’. In het boek was Droogstoppel echt een deel van het verhaal, maar in de film komt dit niet terug. Droogstoppel komt amper voor.

Ja, het boek zelf is ook een geëngageerd roman. Eduard Douwes Dekker had een doel met dit fictieve boek, de uitbuiting van Nederlands-Indië bekend maken bij een groot publiek. D.m.v. fictie wilde hij ingrijpen in de realiteit. Deze drang komt ook terug in het personage Max Havelaar, die een beetje een dromer is, hij wil het leven van de inlanders verbeteren en is bereid om hiervoor veel op te offeren zoals zijn baan en zelfs zijn leven. Max Havelaar is woedend op Willem III, en ik denk dat Eduard Douwes Dekker dit alles ook was en misschien wel wilde helpen in Nederlands-Indië, maar uiteindelijk heeft gekozen voor deze manier van actie voeren.

Ik vond de film beter. Het boek vind ik ontzettend saai. Het oude taalgebruik is vreselijk. Het is droge kost. De film was ook niet de leukste film om naar te kijken, maar het was minder saai en vermoeiend dan het boek lezen. Af en toe was er nog wel wat levendigs in de film. Vooral het feit dat de film beelden heeft, zorgt ervoor dat de film mijn voorkeur heeft.  

woensdag 15 mei 2013

Bezonken rood


Wij hebben gekozen voor het boek 'Bezonken rood' van Jeroen Brouwers,
Lily van den Berg, Tom Vergouwen en Roos Osse.

Wat waren onze verwachtingen?
Voordat we het  boek gingen lezen waren we het er wel over eens dat het geen heel gezellig boek zal worden. Lily en Tom dachten van te voren al dat het moeilijk zou zijn om doorheen te komen, terwijl Roos juist positieve verwachtingen had. Ze vond het een belangrijk boek omdat er een stukje historie in zit waar je over gelezen moet hebben. Daarnaast vindt ze het ook wel leuk om heftige boeken te lezen.

In welke mate zijn onze verwachtingen uitgekomen? 
De hoofdpersoon in het boek, Jeroen Brouwers zelf (psychologische autobiografische roman), is heel erg eenzaam en bang in het boek. Hij is opgegroeid in het jappenkamp en aangezien de eerste levensjaren voor een kind heel belangrijk zijn voor de vorming van zijn basis en normen en waarden heeft hij eigenlijk geen normen en waarden zoals de normale mens die kent. Er komt ook opvallend veel mist voor in het boek voor. Deze mist symboliseert de verwarring en het isolement van de geest van de ik-figuur. De stukken waarin de hoofdpersoon vertelt over wat hij in het kamp heeft meegemaakt zijn ook verschrikkelijk om te lezen ze zijn namelijk ook heel gedetailleerd beschreven.

Conclusie: Onze verwachtingen zijn zeker uitgekomen. We vonden het ook wel goed dat we er nu meer van de jappenkampen af weten en het leed dat men daar is aangedaan. Tegelijkertijd was het soms zo heftig dat je je af moet vragen of je dit wel moet willen lezen.

Titelverklaring
De titel van 'Bezonken rood' staat in verband met meerdere zaken.
Als eerste verwijst de rode stip op de Japanse vlag naar de titel. Volgens de schrijver is de rode stip het teken van bloed. In het boek worden veel gruwelijke gebeurtenissen beschreven waar vaak bloed wordt vergoten. Bloed heeft een rode kleur. De schrijven heeft zijn oorlogsjaren laten bezinken. Door te gaan drinken en het slikken van pillen wil hij alles laten bezinken, waardoor het leven weg zal vagen, want hij wil de schandelijke dingen die hij gedaan heeft vergeten. 

Personages:
De hoofdpersoon is de schrijver Jeroen Brouwers. Hij is voor de tweede keer getrouwd. De eerste twee jaren van zijn leven brengt hij onbezorgd door temidden van zijn broers en zusjes. Na de Japanse inval in Nederlands-Indië wordt hij met zijn grootmoeder, moeder en zusje ondergebracht in Jappenkamp Tjideng.  Hij is getraumatiseerd door de ervaringen die hij als kleuter heeft opgedaan in het jappenkamp. Hij heeft berouw om de slechte relatie met zijn moeder. Hij kan zich niet meer binden door het verraad van zijn moeder die hem achterliet na de oorlog in het pensionaat. Toch is hij in het boek voordurend weer opzoek naar het ideaalbeeld van zijn moeder. Door zijn ervaringen in het jappenkamp is hij zijn gevoel kwijtgeraakt: 'ik voel niets en ik wil niets voelen.'

Mevrouw Brouwers is eind januari 1981 gestorven. Haar werkelijke naam is Henriette Maria Elisabeth van Maaren. Ze leed aan de ziekte van Parkison. Ze was in eerste instantie een ideaalbeeld voor Jeroen, want in het kamp is hij nog maar heel jong en zeer aangewezen op zijn moeder. Op het moment dat Henriette door de Japanners wordt mishandeld ziet hij hoe zijn mooie lieve moeder wordt verwoest en beschadigd. Hij zegt dat ook in het boek: ik wil een nieuwe moeder, deze is kapot. Zijn verdere leven blijft Brouwers op zoek naar dit verloren ideaalbeeld, maar hij is bang dat, dat beeld opnieuw verloren zal gaan, of dat het beschadigd zal worden. Zo wordt de schoonheid van zijn vrouw volgens hem beschadigd wanneer ze een kind krijgt; daarom wil hij niet bij de geboorte van zijn kind aanwezig zijn. Dit is tevens de reden waarom hij een nieuwe vrouw wil. Ook wil hij de aftakeling van zijn moeder niet meemaken; het liefst denkt hij terug aan zijn moeder van voor de mishandeling, toen ze nog de mooiste was. 

Liza is ook een van de personen die een belangrijke invloed heeft op zijn leven heeft gehad. Zes of zeven jaar geleden had ze een korte relatie met de hoofdpersoon. Deze duurde drie dagen. Liza is onderwijzeres die in een onbekend plaatsje woont. 
De schrijver laat Liza als de Heilige maagd Maria overkomen. Liza heeft vaak blauwe kleding aan, de kleur van Maria. Tevens loopt Liza mee in een Maria-processie. Maria heeft de bijnaam Troosteres der bedroefden en Eerwaardige maagd. Liza probeert de ik-figuur te troosten tijdens hun ontmoetingen en als Liza met de ik-figuur gaat vrijen, is ze nog maagd. Tijdens het vrijen spreken ze over de Toren van David en Ivoren Toren, wat met de Bijbel te maken heeft. De herinnering aan Liza en de nieuwe verliefdheidgevoelens voor haar, vallen samen met de rouwgevoelens om de dood van Jeroens moeder. Enerzijds wekken deze gevoelens zijn weerzin op, hij heeft geen zin meer in nieuwe drama’s en het liefst wil hij met rust gelaten worden, sterven desnoods. Anderzijds merkt hij dat deze gevoelens, toch een zekere betekenis voor hem hebben. Deze gevoelens zouden hem namelijk kunnen helpen te ontsnappen aan de toestand van onbeweeglijkheid. Aan het eind van het boek geeft Brouwers aan dat hij niet meer terughoudend staat ten opzichte van zijn gevoelens. 

onderlinge relaties
Liza is een vrouw met wie Jeroen een korte hartstochtelijke relatie heeft beleefd. De relatie tussen Jeroen en zijn moeder, Henriette Maria Elisabeth van Maaren, is slecht. Nettie Stenvert is het vriendinnetje van Jeroen gedurende het verblijf in kamp Tjideng.

Setting:
- het jappenkamp
- dorp van Liza
- dorp waar de schrijver zelf woont

perspectief:
Het is verteld vanuit een ik-perspectief. Het is ook een autobiografische roman.

Thema's:
 Moeder-zoon relatie:
Het hoofdthema in Bezonken rood is de moeder-zoon relatie. Deze is grotendeels verstoord en Jeroen is, mede daardoor, niet in staat om een duurzame liefdesrelatie met een vrouw aan te gaan.

Isolement:
Jeroen voelt zich op diverse manieren in de steek gelaten. Hij voelt zich verraden door zijn moeder, die hem naar kostscholen stuurt. De dichte mist, die regelmatig in het verhaal terugkeert, symboliseert zijn geïsoleerde gevoel.

Schuldgevoel:
Jeroen voelt zich medeplichtig aan alle gruwelijkheden in het interneringskamp, doordat hij er als kleuter bij heeft staan kijken. Hij heeft wroeging, omdat hij niet heeft ingegrepen. Hij geeft zelfs toe dat er niet ongelukkig is geweest en dat hij geen hongergevoelens heeft gehad.

Dood:
Op alle mogelijke manieren wordt de ik-figuur geconfronteerd met de dood. In zijn jeugdjaren ziet hij in Tjideng veel gevangenen mishandeld en vermoord worden. Zijn vriendinnetje en oma overlijden in het kamp. De dood van zijn moeder is de aanleiding tot alle herinneringen.

Ons oordeel:
Lily: Ik vind het verhaal niet mooi geschreven. Er worden geen aanhalingstekens gebruikt op de zeldzame momenten dat er al dialoog is, en alle streepjes en haakjes maken het verhaal erg onduidelijk en verwarrend. Het wordt wel erg realistisch beschreven, en je leeft echt mee met de hoofdpersoon, omdat hij alles heel levendig en echt vertelt. Ik kon me alles echt heel goed voor me zien. Het feit dat het autobiografisch is, en dus echt gebeurd is, speelt hier ook in mee.

Tom: Er is de hele tijd een depressieve sfeer en het is moeilijk om door het boek heen te komen.

Roos: Het is een boek dat je echt even moet verwerken nadat je het gelezen hebt, doordat je de gebeurtenissen die de hoofdpersoon in het kamp heeft meegemaakt zo gedetailleerd meekrijgt. De intentie van de schrijver is wel geweest om met de wereld te delen wat er is gebeurd in de jappenkampen en ook wel voor het verwerken van zijn eigen verdriet, hij zegt ook 'een schrijver beleefd zijn verhaal twee keer, de eerste keer als hij het zelf meemaakt in het kamp en de tweede keer als hij het opschrijft.'  Daarnaast zegt hij ook dat je geen goede schrijver kunt zijn als je niks hebt meegemaakt, er bestaan geen saaie schrijvers. 

Persoonlijke conclusie:
Het proces van discussie is goed gegaan, we hebben goed met elkaar besproken wat we goed vonden en minder goed en geprobeerd de dieperliggende betekenis in het boek te benoemen en daar verder over na te denken. Toch, heb ik er persoonlijk niet heel veel meer aan gehad dat we in leesgroepjes zaten, het enige is dat ik het altijd wel interessant vind om de mening van anderen ergens over te horen.

Bezonken rood heeft leesniveau 4 en dat was voor mij uitstekend ik heb al meerdere boeken van leesniveau 4 gelezen en dat ging ook prima. Dus het wordt wel tijd dat ik aan een boek begin van leesniveau 5. Nu ben ik begonnen aan Max Havelaar dat is niveau 5. En welke boeken in volgend jaar van plan ben te gaan lezen voor mijn lijst heb ik nog niet over nagedacht en voor die keuze wil ik wel wat meer tijd nemen, dus daar kan ik nu nog niks over zeggen.

Roos Osse.